1. Klimaat en weer |
---|
De urgentie van snelle actie om klimaatverandering tegen te gaan en de negatieve effecten ervan te beperken, is groter dan ooit. De meest recente rapportagecyclus van de intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) van de Verenigde Naties, waaraan duizenden experts van over de hele wereld aan hebben bijgedragen, concludeert dat we alle zeilen moeten bijzetten om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken. Als stad nemen wij onze verantwoordelijkheid in het aanpakken van de klimaat- en biodiversiteitscrisis én de gevolgen van de weersveranderingen die daarbij horen. In 2016 heeft de gemeenteraad al de Klimaatverordening 2016 vastgesteld. Hierin staat de taakstelling opgenomen dat de uitstoot van broeikasgassen in Eindhoven ten opzichte van 1990 moet worden teruggedrongen met ten minste 55% in 2030 en met ten minste 95% in 2050. Daarnaast heeft het bestuur de ambitie uitgesproken om een versnelling te realiseren in de klimaatdoelen en reeds in 2030 zo veel mogelijk klimaatneutraal te zijn. In dit kader is Eindhoven kandidaat voor de EU-missie 100 Klimaatneutrale en Slimme Steden. In de praktijk betekent dit dat Eindhoven nastreeft in 2030 de uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990 met minimaal 80% te reduceren en het resterende deel compenseert. Onderstaande grafiek geeft de bijbehorende reductiepaden weer. In deze begroting zijn voor het eerst zowel de klimaatverordening als de bestuurlijke ambitie vertaald naar indicatoren per taakveld in de vorm van een uitstootplafond in kilotonnen CO₂.
Concrete doelstellingen in de begrotingIn het bestuursakkoord ‘Samen Morgen Mooier Maken’ is afgesproken de klimaatambities van Eindhoven te vertalen naar concrete doelstellingen voor de verschillende taakvelden. In de Kadernota heeft het college aangegeven om in de begroting 2024 per taakveld reductiedoelstellingen vast te leggen in de vorm van een uitstootplafond. Dit heeft ertoe geleid dat er dit jaar voor het eerst sinds 2016 geen aparte klimaatbegroting meer is. Elk taakveld heeft nu eigen prestatie-indicatoren in de vorm van emissieplafonds. Op basis van de emissieregistratie van het RIVM is bepaald hoe hoog in 1990 de uitstoot van de verschillende taakvelden was. Op basis van de Klimaatverordening en de ambitie om al in 2030 klimaatneutraal te zijn is vervolgens een reductiepad bepaald dat nodig is om het doel en de ambitie te realiseren en vertaald naar jaarlijkse emissieplafonds. De volledige Klimaatrapportage 2024 is ook online te raadplegen. |
---|
GroenHet thema Groen en Recreatie richt zich op de ontwikkeling en het beheer van de groene inrichting van de stad als (speel)gazons, gevelgroen, kruidenrijke grasstroken, plantsoenen, bomen, speelvoorzieningen, parken en natuurgebieden. Door brede inzet op de thema’s biodiversiteit, klimaatadaptatie, identiteit en gezondheid wordt bijgedragen aan een gezonde en leefbare stad. De ruimtelijke structuur, aantrekkelijkheid en vestigingsklimaat van de stad worden erdoor versterkt. Qua beheer wordt nauw samengewerkt met de taakvelden Openbare Ruimte en Water. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het beheer van de gehele openbare ruimte. Bij de ontwikkeling van de stad speelt het thema Groen in toenemende mate een rol in samenhang met thema's als Wonen, Economie, Verkeer, Milieu en Duurzaamheid. Deze hebben allemaal invloed op de leefbaarheid, klimaatrobuustheid en gezondheid van de stad. |
WaterDoor de klimaatverandering zullen zeer zware regenbuien vaker en heftiger optreden. In alle KNMI-scenario’s nemen de buien toe. Het traditionele rioolstelsel is niet ontworpen om deze grote hoeveelheden neerslag te verwerken. De riolering is bedoeld om bij normale regen het water van wegen en daken af te voeren. Om bij grote hoosbuien schade te voorkomen, zijn aanvullende maatregelen nodig. Dat kan door infiltratie in de bodem, afvoer naar open water en kortdurende berging op straat of in de openbare ruimte. We moeten accepteren dat door toename van hevige buien vaker water op straat zal staan. In het algemeen is het niet acceptabel als water gebouwen in stroomt of doorgaande wegen blokkeert. Tegelijkertijd kennen we ook langere tijden van droogte waarvoor we water willen vasthouden. Per situatie moet de meest effectieve en doelmatige maatregel worden bepaald. Hierin heeft de gemeente een centrale rol. Zij zorgt voor alle regenwater voorzieningen, zowel het traditionele riool als de andere voorzieningen in het openbare gebied. De waterschappen voeren oppervlaktewater af en gebouw eigenaren beschermen hun eigendom tegen indringend water. Schade is nooit helemaal te voorkomen. |
MilieuHet thema Milieu en Duurzaamheid draagt bij aan een gezonde leefomgeving. Dat doen we door de milieurisico’s en -belasting te beperken en de CO₂-uitstoot stadsbreed te verminderen. Bij milieu betreft het de onderwerpen afval, bodem, geluid, lucht, geur, gevaarlijke stoffen en elektromagnetische straling. Het huidige kabinet maakt water en bodem sturend bij ruimtelijke ontwikkelingen. Met beleid, maatregelen en handhaving draagt Milieu bij aan de integrale gezonde en toekomstbestendige ontwikkeling van de stad. Het thema Milieu heeft daarmee ook directe raakvlakken met uitwerking van ruimtelijke projecten en de Omgevingsvisie 2.0. We werken aan het bereiken van minder huishoudelijk restafval en hergebruik van bruikbare materialen uit afvalstoffen. We maken de bodem schoon en benutten het potentieel van aardwarmte optimaal. We maken de lucht in de stad schoner (bidbook Schone Lucht Akkoord) en verminderen de geluidsbelasting terug door middel van (sanerings-)regelingen van het rijk voor weg, spoor en luchtvaart. We beperken risico’s van gevaarlijke stoffen bij gebruik binnen bedrijven en tijdens transport en houden rekening met de elektromagnetische velden rond antennes en hoogspanningslijnen. We houden bedrijven aan wettelijke emissie-eisen (Vergunningen, Toezicht, Handhaving). We monitoren de milieubelasting en -beleving in de stad aan de hand van rekenmodellen, meetsystemen, inwonersbeleving en rapporteren daarover. |
Doelen | |
• | Een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende gebruiks- en natuurfuncties |
---|---|
. | |
• | Optimale riolering |
• | Geen wateroverlast en/of verstoring van de oppervlakte-waterkwaliteit |
. | |
• | Afval wordt goed aangeboden, gescheiden en verwerkt |
• | Cumulatief beheerste situatie fysieke leefomgeving |
• | Totale CO2-reductie gemeente Eindhoven |
. |
Highlights 2024 uitvoeringsprogramma bestuursakkoord
|
---|
Financiële kerngegevens | |||||
Thema | Taakveld | Lasten | Baten | Mut.res. | Saldo |
---|---|---|---|---|---|
Groen | Openb. groen en (openlucht)recreatie | 22.634 | -253 | -841 | 21.540 |
Water | Riolering | 24.649 | -26.555 | 0 | -1.906 |
Milieu | Afval | 31.084 | -33.015 | 0 | -1.931 |
Milieubeheer | 15.933 | -4.023 | -976 | 10.934 | |
Begraafplaatsen en crematoria | 993 | -648 | 0 | 345 | |
Klimaat en weer | 95.293 | -64.494 | -1.817 | 28.982 |
BBV-indicatoren | |||||
Indicator | peiljaar | NL | 100-300 | > 300 | Eindhoven |
---|---|---|---|---|---|
Omvang huishoudelijk restafval (kg per inwoner) | 2021 | 169 | 174 | 259 | 230 |
Hernieuwbare elektriciteit | 2021 | 33,2 | - | - | 9,2 |
Verbonden partijen | |||||||
Naam verbonden partij | Taakveld | ||||||
Gemeenschappelijke regelingen | |||||||
GR Centrum Uitvoering Reinigingstaken Eindhoven en omgeving (CURE) | 7.3 | ||||||
GR Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) | 7.4 | ||||||
. |